Veel gestelde vragen & antwoorden

Vragen overzicht

Wat is een VSV?

De letters VSV staan voor Verloskundig Samenwerkings Verband.

 

Het doel van het VSV is:

 

  • afspraken maken over de kwaliteit van de zorg aan zwangeren, pasgeborenen en pas bevallen vrouwen;
  • afspraken maken over de organisatie van de plaatselijke zorgketen, met duidelijke afspraken over wie wanneer verantwoordelijk is voor de zorg;
  • casuïstiekbesprekingen;
  • (gezamenlijke) scholing/training.

Wie nemen deel aan het VSV?

Alle ‘schakels’ in de verloskundige keten zijn aangesloten bij het VSV, te weten:

 

  • Eerstelijns verloskundigen van praktijken:  Embé, Kéita en Partera
  • Gynaecologen, klinisch verloskundigen en kinderartsen van ‘t LangeLand Ziekenhuis 
  • Kraamzorgorganisaties: PKZ-kraamzorg en de kraamvogel
  • Lactatiekundigen in dienst van het Hagaziekenhuis Zoetermeer of bij aangesloten kraamzorgorganisaties.

Ook andere verloskundigenpraktijken uit de omgeving zijn welkom lid te worden van het VSV.

Ik ben zwanger, bij wie meld ik mij aan?

Als u helemaal gezond bent, kunt u contact opnemen met één van de aangesloten verloskundigenpraktijken.

 

Als u bij een specialist in het ziekenhuis onder controle bent, kan hij of zij u vertellen of u zich voor de zwangerschapscontroles bij een gynaecoloog moet aanmelden of dat dit bij een verloskundigenpraktijk kan.

 

In Nederland worden zwangerschap en geboorte gezien als normale processen die begeleid kunnen worden in de “eerste lijn”: door verloskundigen en verloskundig actieve huisartsen.

 

Er is een actieve samenwerking tussen gynaecologen en verloskundigen, zodat bij complicaties specialistische zorg in het ziekenhuis kan worden geboden. Als er geen risico’s zijn, kunnen vrouwen zelf kiezen waar ze willen bevallen: thuis, in een kraamhotel of in het ziekenhuis (poliklinisch).

 

Tweedelijnszorg betekent zorg in het ziekenhuis (medische indicatie).

 

Tijdens de eerste periode van uw zwangerschap meldt u zich aan voor kraamzorg bij één van de bij het VSV aangesloten kraamzorgorganisaties.

Wat is de taak van de eerstelijns verloskundige?

In de zwangerschap

Gedurende de zwangerschap gaat u een aantal keer naar de verloskundige. De eerste controle duurt wat langer omdat de verloskundige een hoop gegevens van u wil weten. De volgende controles zijn wat korter. Hierin geeft zij u en uw partner verloskundig advies en begeleiding.

 

Daarnaast meet ze ook bij iedere controle uw bloeddruk, houdt ze uw gewicht bij, de groei van de baarmoeder en luistert naar het hartje van de baby.

 

De verloskundige verricht ook bloedonderzoek, zo nodig echoscopisch onderzoek en geeft voorlichting over verschillende onderwerpen. Zo wordt gezonde voeding en leefstijl tijdens de zwangerschap besproken, krijgt u voorlichting over prenatale screening en over (de voorbereiding op) de bevalling en de kraamperiode.

 

Tijdens de bevalling

Ook tijdens de bevalling geeft de verloskundige steun en begeleiding. Ze geeft u van moment tot moment advies en praktische hulp; ze zorgt voor continue begeleiding. Zo worden er bijvoorbeeld tips en adviezen gegeven over het opvangen van de weeën. Gedurende uw bevalling houdt de verloskundige de vordering in de gaten en beoordeeld de conditie van zowel moeder als kind. Als u eenmaal mag gaan persen coacht en instrueert ze u hier ook bij en ze pakt uw kind uiteindelijk ook aan als het geboren wordt.

 

Na de bevalling houdt zij onder andere de conditie van moeder en kind in de gaten, beoordeeld zij het bloedverlies en hecht zij indien dit nodig is. Ze kijkt de baby na op mogelijke afwijkingen.

 

In het kraambed

In de eerste 7 tot 10 dagen na de geboorte van uw baby, bezoekt de verloskundige u een aantal keer thuis en zo nodig in het ziekenhuis. Uw verloskundige geeft (samen met de kraamverzorgende) advies en begeleiding aan u en uw partner. Rond dag 4-5 na de geboorte voert zij ook de hielprik uit. Daarnaast controleert zij zowel moeder als kind (bijvoorbeeld hechtingen en de stand van de baarmoeder). Uiteindelijk is de verloskundige eindverantwoordelijke voor de zorg in het kraambed als u thuis bent.

Wat is de taak van de tweedelijns verloskundige?

In de zwangerschap

In het Hagaziekenhuis Zoetermeer doen de tweedelijns verloskundigen niet standaard spreekuren, wel vallen zij een enkele keer in als er een gynaecoloog niet beschikbaar is of een druk spreekuur heeft.

 

Op de kraamafdeling kunt u de tweedelijns verloskundige tegenkomen bij een opname of extra controle in de zwangerschap. Zij zal de nodige onderzoeken verrichten, zo nodig overleggen met de gynaecoloog en u uitleg en adviezen geven.

 

Tijdens de bevalling

De tweedelijns verloskundige begeleidt de barende vrouw en haar partner, bewaakt het normale proces van bevallen en geeft uitleg aan de aanstaande ouders over wat er gebeurt en wat te verwachten. Zo nodig wordt overlegd met de dienstdoende gynaecoloog, of wordt hij/zij bij de bevalling gevraagd. De verloskundige heeft eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden, maar werkt altijd onder eindverantwoordelijkheid van een gynaecoloog.

 

In het kraambed

Als u na de bevalling snel naar huis kunt, zult u de tweedelijns verloskundige niet meer zien, dan verricht de eigen (eerstelijns) verloskundige de controles. Blijft u echter nog een aantal dagen in het ziekenhuis, dan komt de verloskundige dagelijks langs om te bespreken hoe het gaat, de controles door te nemen en uitleg en adviezen te geven m.b.t. evt. hechtingen, bloedverlies, borstvoeding

Wat is de taak van de gynaecoloog?

In de zwangerschap

Een gynaecoloog is een arts, specialist op het gebied van een gecompliceerde of risicovolle zwangerschap en/of bevalling. Voorbeelden zijn: zwangeren met een hoge bloeddruk, diabetes of een andere al vóór de zwangerschap bestaande ziekte, maar ook bijvoorbeeld tweelingzwangerschappen of zwangerschappen waarbij de baby niet goed groeit. De gynaecoloog zal de nodige aanvullende onderzoeken verrichten en de resultaten met u bespreken. Als u in uw zwangerschap opgenomen bent op de kraamafdeling, zult u de gynaecoloog regelmatig zien tijdens de visiteronde, waarin alle controles en onderzoeken en het ‘beleid’ met u besproken zal worden en u de gelegenheid heeft om vragen te stellen.

 

Tijdens de bevalling

Indien u onder controle bent bij de gynaecoloog, vindt de bevalling altijd in het ziekenhuis plaats. Het kan ook zijn dat uw eerstelijns verloskundige u tijdens de bevalling verwijst, bijvoorbeeld omdat de baby in het vruchtwater gepoept heeft of omdat de baring niet voorspoedig verloopt. De gynaecoloog hoeft niet altijd persoonlijk bij de bevalling aanwezig te zijn, wél wordt altijd overlegd met de dienstdoende gynaecoloog. Indien noodzakelijk (bijvoorbeeld bij stuitbevalling, tweeling of een verwachte grotere kans op complicaties) is de gynaecoloog wel altijd aanwezig. Ook in geval van nood bij de baby zal de gynaecoloog persoonlijk aanwezig zijn en zo nodig een kunstverlossing (vacuüm- of tangverlossing) of keizersnede verrichten.

 

In het kraambed

Indien u na uw bevalling of keizersnede nog in het ziekenhuis moet blijven, komt de gynaecoloog (of verloskundige) dagelijks bij u langs om te bespreken hoe het met u gaat en of en wanneer u naar huis mag.

Wat is de taak van de Kinderarts

In de zwangerschap (consulten, advies op indicatie)

Indien er mogelijk of zeker afwijkingen bij de baby te verwachten zijn of er is een risico op vroeggeboorte, bestaat de mogelijkheid poliklinisch een afspraak te maken op het prenatale spreekuur. Ook wanneer er sprake is van bepaald medicijngebruik van moeder (bijvoorbeeld antidepressiva) worden toekomstige ouders ingelicht over een eventuele opname van de baby na de geboorte.

 

Na de geboorte

De kinderarts komt in consult bij alle kinderen waarbij de gynaecoloog of verloskundige het nodig vindt dat er een kinderarts meekijkt. Sowieso bij elke keizersnede is een kinderarts aanwezig. Bij elke kunstverlossing (vacuüm, tang) is er een kinderarts stand-by en als de baby in nood is tijdens de bevalling wordt de kinderarts er ook bij geroepen.

 

De eerste dagen

Als uw baby wordt opgenomen, zowel op de kraamafdeling als op de kinderafdeling, loopt de kinderarts dagelijks visite. Er is een vaste verpleegkundige als aanspreekpunt over uw baby.

Wat is de taak van de kraamverzorgende?

In de zwangerschap

Kraamzorg begint al als u zwanger bent. Als u zich hebt ingeschreven voor kraamzorg, bij voorkeur voor de 5e maand van uw zwangerschap, zal er een intake plaatsvinden in de 7e maand van uw zwangerschap. Hierbij worden afspraken met u gemaakt en kunt u uw wensen kenbaar maken. De uren worden met u besproken en afgestemd op uw persoonlijke situatie. Hierbij moet de kraamzorg zich houden aan het Landelijk Indicatie Protocol.

 

Uw situatie wordt opnieuw geïndiceerd na de bevalling en in de kraamtijd.

 

Tijdens de bevalling

Als u onder begeleiding van de verloskundige thuis of in het ziekenhuis gaat bevallen zal de kraamverzorgende aanwezig zijn. Zij geeft u en uw partner ondersteuning en assisteert de verloskundige tijdens de bevalling.

Na de bevalling zorgt zij voor moeder en baby en zorgt ervoor dat alles opgeruimd is. Pas als zij zich ervan heeft verzekerd dat alles met moeder en baby in orde is zal zij naar huis gaan. Na een poliklinische bevalling zal de kraamzorg met u mee naar huis gaan en thuis de zorg continueren.

 

Er bestaat tevens een mogelijkheid de kraamzorg al vroegtijdig aan te vragen als uw weeën zijn begonnen. Deze vroegtijdige inzet is voornamelijk gericht op emotionele ondersteuning. Zij zal tijdens de bevalling zorgen voor rust en een ontspannen sfeer en u helpen de weeën op een positieve manier op te vangen. U kunt dit met uw verloskundige bespreken en tijdens het intake gesprek met de kraamzorg deze wens aangeven.

 

In het kraambed

Kraamzorg is gericht op het bieden van, ondersteuning, instructie en voorlichting aan de moeder, haar partner en de baby, zowel tijdens de bevalling als in de kraamperiode.

 

De eerste acht dagen begeleidt de kraamverzorgende samen met de verloskundige uw gezin. De belangrijkste taak van de kraamverzorgende tijdens de kraamtijd is de verzorging van moeder en baby, het geven van voorlichting over bijvoorbeeld borstvoeding en het beantwoorden van al uw vragen. Zij houdt de gezondheid van moeder en baby nauwlettend in de gaten en doet dagelijks controles. De kraamverzorgende beschikt over grote kennis en ervaring op het gebied van babyverzorging. Zij ondersteunt u om een goede start te maken na de geboorte van uw baby, zodat u als gezin na de kraamperiode gezond, zelfstandig en zelfredzaam verder kunt. De kraamverzorgende houdt tijdens het verlenen van kraamzorg rekening met de waarden en normen van uw gezin en respecteert deze. Daarnaast verricht zij, conform de hygiënerichtlijnen, licht huishoudelijk werk en ontvangt het kraambezoek. Zo nodig verzorgt zij de overige familieleden.

 

Risicosignalering: de kraamverzorgende heeft een begeleidende en signalerende taak. Bij twijfel over de conditie van moeder of kind neemt zij direct contact op met de verloskundige. De kraamverzorgende en de verloskundige vormen zo een hecht team. Alle bijzonderheden worden telkens in uw persoonlijke dossier genoteerd zodat relevante gegevens zowel door de kraamverzorgende als de verloskundige snel kunnen worden achterhaald. Kraamverzorgenden horen, zien en ervaren in de kraamperiode hoe het met u gaat als gezin in de nieuwe situatie. Zij zijn daarmee in staat om uw hulpbehoefte te herkennen. Ook als u daar niet expliciet om vraagt zal zij signalen met u en de verloskundige bespreekbaar maken.

 

 

 

Overdracht: de kraamverzorgende is gewend om de samenwerking te zoeken; zij is daarmee van nature ook een verbindende factor tussen de andere zorgverleners. De kraamverzorgenden communiceren over de verleende zorg met de verloskundige en, indien nodig, met andere zorgverleners. De kraamverzorgende draagt, na afsluiting van de kraamperiode, alle essentiële informatie over het verloop van uw bevalling en kraamperiode over naar de jeugdgezondheidszorg.

Wat is de taak van de lactatiekundige?

In de zwangerschap

De lactatiekundige verzorgt in de tweede helft van de zwangerschap een informatieavond voor aanstaande ouders. De zwangere krijgt hier algemene informatie over de praktische kanten van het geven van borstvoeding. In sommige gevallen kan de zwangere een individuele afspraak maken om de voor haar specifieke vragen te kunnen bespreken. Dit kan betrekking hebben op bijvoorbeeld medicijngebruik of een negatieve borstvoedingservaring in het verleden. De lactatiekundige maakt dan in de zwangerschap al een Plan van Aanpak voor na de geboorte. (Vanaf 37 weken zwangerschap is het ook mogelijk de zwangere te begeleiden bij het antenataal kolven zodat de voeding sneller op gang is en minder kunstvoeding nodig zal zijn.

 

Tijdens de bevalling

De lactatiekundige heeft tijdens de bevalling geen concrete meerwaarde. Zij kan wel meedenken met processen rondom de geboorte, zoals de natuurlijke sectio of (pijn) medicatie van moeder tijdens de bevalling. Borstvoedingsproblemen kunnen ontstaan door een niet natuurlijke partus waardoor het van belang kan zijn de lactatiekundige mee te laten denken bij de protocollen rondom de bevalling.

 

In het kraambed

De lactatiekundige een belangrijke taak bij het begeleiden van problemen bij de borstvoeding. In het kraambed geeft zij collega’s binnen het VSV en de ouders adviezen over het op gang brengen en geven van borstvoeding. Deze begeleiding gaat door totdat de borstvoeding stopt.

Wanneer wordt de diëtiste ingeschakeld?

In de zwangerschap

Gezonde voeding is belangrijk tijdens de zwangerschap omdat uw baby daar ook afhankelijk van is. In sommige gevallen kan een afspraak bij een diëtiste u helpen om te kijken wat gezonde voeding is. De verloskundige of gynaecoloog kan u bijvoorbeeld adviseren naar een diëtiste te gaan in geval van zwangerschapssuiker, over- of ondergewicht, ijzertekort, bij eigen wens of andere klachten. De diëtiste kijkt dan samen met u naar uw eetgewoonten en leefstijl. Aan de hand hiervan wordt er een plan gemaakt en zo nodig het voedingspatroon aangepast.

Tijdens de borstvoedingsperiode

Ook tijdens de periode na de bevalling is gezonde voeding belangrijk. U moet immers herstellen van de bevalling. Het geven van borstvoeding kan extra energie vragen van het lichaam. Uw baby heeft namelijk ook energie nodig om te groeien. Wat je als moeder eet is van invloed op de borstvoeding. Energie kunt u bijvoorbeeld halen uit extra brood en fruit. Het is in de borstvoedingsperiode niet verstandig om streng te gaan lijnen. Belangrijk is ook dat je geen tekorten aan vitaminen en mineralen oploopt. De diëtiste kan adviezen geven om het eetpatroon tijdens de borstvoeding te optimaliseren.

 

Ik heb in het ziekenhuis gelegen, hoeveel kraamzorg krijg ik nog?

Het aantal dagen en uren dat u recht hebt op kraamzorg wordt door de kraamzorgorganisatie vastgesteld met behulp van het Landelijk Indicatie Protocol (LIP). Iedere vrouw heeft in elk geval, vanuit de basisverzekering, t/m de 8e dag na de bevalling, gedurende 49 uur bij borstvoeding en 45 bij kunstvoeding, recht op zorg waarbij dag één de dag van geboorte is. Ziekenhuisdagen tellen altijd mee. Over het algemeen zult u op de dag van thuiskomst zowel ziekenhuiszorg als thuiskraamzorg krijgen. Het aantal overgebleven kraamzorguren wordt naar rato berekend. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie kan de verloskundige extra dagen en/of uren bij indiceren. Ook is het mogelijk dat er in uw aanvullende verzekering meer kraamzorg wordt vergoed.

Wanneer wordt bij mijn bevalling de kraamzorg gebeld?

De verloskundige bepaalt wanneer de kraamverzorgende moet komen en zal aangeven wanneer te bellen. Het kan ook dat de verloskundige zelf belt met de kraamzorg.

Hoe lang moet ik / mag ik / moet mijn baby in het ziekenhuis blijven?

Na een poliklinische bevalling

 

Indien de bevalling voorspoedig is verlopen en alles met zowel moeder als kind in orde is, mag u naar huis. Gemiddeld genomen is dit drie uur na de bevalling. Afhankelijk van het tijdstip, gaat de kraamverzorgende met u mee naar huis om daar de zorg te continueren.

 

Na een medische bevalling

Indien de bevalling voorspoedig is verlopen en alles met moeder en kind (uw kind wordt nagekeken door de kinderarts) in orde is, mag u afhankelijk van tijdstip en mogelijkheid voor opvang door de kraamzorg thuis, naar huis.

 

Na een keizersnede

Indien de keizersnede en het herstel de eerste dagen probleemloos zijn verlopen en ook met uw baby alles goed is, mag u in de regel op de derde dag naar huis. De voorwaarde hiervoor is dat u volledige kraamzorg heeft.

 

Bij langdurig gebroken vliezen

Als het tijdstip waarop de baby wordt geboren meer dan 24 uur ná het breken van de vliezen is, moet de baby na de geboorte intensief geobserveerd worden, dit in verband met een grotere kans op infectie. U en uw baby komen dan terecht op de moeder-kind-afdeling. Afhankelijk van het tijdstip van de dag betekent dit één of twee nachten blijven.

 

Bij medicatiegebruik van de moeder

Afhankelijk van welke medicatie u gebruikt, zal de baby na de geboorte op de kinderafdeling opgenomen worden ter observatie. De lengte van deze observatie hangt af van het soort medicatie en de dosering. Houdt u rekening met ten minste 24 uur. E.e.a. wordt bij voorkeur al in de zwangerschap met u doorgesproken.

 

Na een vroeggeboorte

Wanneer een baby naar huis mag na een vroeggeboorte verschilt per kind. Het hangt af van de zwangerschapsduur, het geboortegewicht en evt. problemen in de tijd na de geboorte. Dit is per kind verschillend.

U mag maximaal de eerste vijf dagen opgenomen blijven op de moeder-kind-afdeling om dichterbij uw baby te kunnen zijn.

Mijn baby ligt in stuit wie kan proberen mijn baby te draaien?

Binnen het VSV Zoetermeer zijn een gynaecoloog, een eerstelijns en tweedelijns verloskundige opgeleid om een baby in stuitligging trachten te draaien (versie). De versies worden door één van hen op een onderzoeks- of verloskamer in het LangeLand Ziekenhuis verricht. Dit om een goede controle van u w baby te waarborgen.

Bronvermelding:

Site deverloskundige.nl KNOV

Site Kraamzorg De Waarden

Site PKZ Kraamzorg

Folder Zwanger! KNOV/NVOG

Folder informatie kinderafdeling LangeLand Ziekenhuis